Om ervoor te zorgen dat iedereen zonder zorgen van zijn oude dag kan genieten hebben we nood aan een stabiele sector van woonzorgcentra. De financiële weerbaarheid en duurzaamheid van onze Vlaamse woonzorgcentra is daarbij een belangrijk element. Door de complexiteit van ons systeem hebben we daar niet altijd een even helder zicht op. Om een einde te maken aan de vele discussies rond financiering, financiële stromen en tekorten moeten we nu een duidelijk en accuraat beeld krijgen van de volledige kost- en opbrengstenstructuur van de Vlaamse woonzorgcentra. Daarom nam ik het initiatief om een motie in te dienen om het Rekenhof de opdracht te geven dit te onderzoeken.
Wanneer ouderen hun intrek nemen in een woonzorgcentrum, verwachten ze naast kwalitatieve dienstverlening ook een zekere vorm van stabiliteit. Daarnaast is er ook altijd de bekommernis dat een woonzorgcentrum betaalbaar is. Burgers verwachten van woonzorgcentra ook een correcte besteding van subsidies en een correcte dagprijsberekening. Het is dus cruciaal dat onze Vlaamse woonzorgcentra voldoende financieel weerbaar en duurzaam zijn en dat ze transparant zijn over hoe ze hun middelen besteden. Dat beoordelen is echter niet altijd even gemakkelijk. We hebben woonzorgcentra die worden uitgebaat door de overheid (meestal OCMW’s), door vzw’s en door vennootschappen. Daarnaast is er bij die drie soorten woonzorgcentra ook soms onduidelijkheid over hun financiële verhouding met overkoepelende groepen, vzw’s of openbare besturen waar ze deel van uitmaken anderzijds.
Om daar meer klaarheid in te brengen, werkt men aan een meer transparante en uniforme, sectorspecifieke boekhouding. Op die manier kan de Vlaamse Overheid beter controle uitoefenen op het gevoerde financiële beleid van woonzorgcentra en de besteding van de publieke middelen, los van of het nu gaat over een publiek, privaat non-profit of privaat for-profit woonzorgcentrum. Die nieuwe manier van boekhouden is er echter nog niet.
Om een einde te maken aan de vele discussies rond financiering, financiële stromen en tekorten moeten we nu een duidelijk en accuraat beeld krijgen van de volledige kost- en opbrengstenstructuur van de Vlaamse woonzorgcentra. De laatste studie die dat in kaart bracht, dateert van 2015 en geeft dus geen actueel beeld meer van de sector.
Daarom vraag ik een nieuw onderzoek dat de situatie van vandaag in kaart brengt. Ik diende daarvoor een motie in het Vlaams parlement om het Rekenhof als onafhankelijke partij dit te laten onderzoeken.
Door van deze zaken een beter beeld te krijgen, kan de Vlaamse overheid niet alleen waken over de stabiliteit van de sector, maar er ook een beter zicht op krijgen of de financiering van de sector goed zit. Het biedt de mogelijkheid om te zien waar we de financiering moeten hervormen om de dienstverlening en zorg nog te verbeteren. Zo maken we ons systeem sterker voor volgende generaties.