14/10/2020 - Nood aan menselijkere quarantaine in de jeugdhulp

Recent kwamen een aantal schrijnende situaties aan het licht over de opgelegde quarantaines in de jeugdhulpinstellingen. Een aantal jonge kinderen werd volledig geïsoleerd op een kamer. Dit is moeilijk te verantwoorden wanneer deze jongeren asymptomatisch zijn. Freya Saeys (Open Vld) kaartte deze situatie aan bij de minister van Welzijn.

Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens uitte reeds eerder in de ad-hoccommissie haar bezorgdheid over de quarantaine in de jeugdhulpinstellingen tijdens de voorbije maanden. Kinderen en jongeren die nieuw toekomen in een instelling worden na een risicotaxatie immers geïsoleerd van de andere jongeren. Vaak krijgen zij tijdens deze quarantaine geen onderwijs noch kunnen zij samen eten met hun leefgroep. Daardoor moeten heel wat jongeren bijna de volledige dag alleen in hun kamer blijven. In sectoren als de jeugdpsychiatrie is het isoleren van jongeren in crisis nochtans echt onverantwoord en gevaarlijk.

“Wanneer kinderen geen symptomen vertonen, is het moeilijk uit te rechtvaardigen waarom zij geen lessen meer krijgen en langdurig alleen op hun kamer moeten blijven,” aldus Saeys. Momenteel gebeurt de quarantaine nog steeds op deze strenge manier, omdat dit nu eenmaal de richtlijnen zijn van de experts. “Veiligheid is uiteraard cruciaal, maar er zou toch ook zeker aandacht moeten zijn voor het mentaal welzijn van de jongeren zodat zij niet volledig geïsoleerd geraken van de rest,” vult Freya Saeys aan. Ze vroeg de minister om de richtlijnen over de quarantaine in de jeugdhulp te evolueren.

Relatieve quarantaine

De minister gaf aan dat de huidige situatie inderdaad anders is dan de situatie in maart omwille van de betere toegang tot persoonlijk beschermingsmateriaal. De richtlijnen volgen de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad, maar het zijn ook de voorzieningen zelf die de handelingsbekwaamheid van hun jongeren vaststellen. Het Agentschap Opgroeien zou nu werken aan een relatieve quarantaine waarbij minderjarigen toch af en toe tijdelijk hun kamer mogen verlaten en op een veilige manier een aantal sociale contacten kunnen leggen.

Saeys benadrukt nogmaals de dringende noodzaak van een menselijke omgang met kwetsbare jongeren: “ Jongeren die in een acute crisis verkeren, hebben veel hulp nodig. Vaak gaat het om echt nog heel jonge mensen, dan mag je die niet afzonderen. De richtlijnen specifiek in de jeugdpsychiatrie en de jeugdhulp moeten echt aangepast worden!”