4/03/2016 - Freya Saeys & Ann Brusseel: “Laat geen kind nog door de mazen van het net glippen”

Opiniestuk van Freya Saeys & Ann Brusseel, Vlaams Parlementslid en senator voor Open Vld. Wij vinden dat de overheid sneller tot onderzoek en handelen moet overgaan bij signalen van geweld, zeker om de meest kwetsbare in onze samenleving beter te beschermen.

Het bericht van de vrijspraak van de ouders van de baby I., geboren op 23 november 2013, roept bij ons een reeks vragen op (DM 2/3). Reeds op de leeftijd van tien dagen stelde Kind en Gezin duidelijke letsels vast. Eind januari trok een pediater aan de alarmbel omwille van een onthutsende diagnose: het meisje was ondervoed, uitgedroogd, onverzorgd en vertoonde tal van recente en oudere breuken waaronder een schedelfractuur, breuken in de onderbeentjes en zes gebroken ribben. De wetsdokter bevestigt dit en spreekt van het gevolg van herhaaldelijk geweld.

De ouders ontkennen en de rechter spreekt vrij omdat ze niet kan aantonen wie de mishandelingen pleegde. We wensen ons niet in de plaats te stellen van de rechter. In ons land krijgen we intrafamiliaal geweld echter moeilijk ingedijkt. Jaarlijks sterven in Vlaanderen kinderen als gevolg van kindermishandeling, hoewel ze gekend waren bij de hulpverlening. We staan daarom even stil bij een aantal maatschappelijke vragen:

– Wat doet Kind en Gezin met de signalen van mishandeling in de eerste levensweken?
– Is er niet altijd sprake van ‘gebrekkige bewijslast’ zolang het kind niet kan spreken en er geen getuigen zijn? Waar staan we dan met de bescherming van zuigelingen tegen agressieve ouders?

De resolutie integrale jeugdhulp, gestemd in het Vlaams Parlement op 8 juli 2015, vroeg nadrukkelijk om het ‘Protocol van Moed’ over heel Vlaanderen toe te passen. Dit protocol moet samenwerking en informatie-uitwisseling realiseren tussen hulpverleners, parket en politie. Zo zullen diensten sneller in overleg treden en kunnen ze situaties beter inschatten, melden en dus ingrijpen indien nodig. Nu is dit een proefproject in Antwerpen. Wanneer wordt dergelijke totaalaanpak over heel Vlaanderen uitgerold, zodanig dat geen enkel kind nog door de mazen van het net glipt? Waar wachten we op?

“Een fundamentele vraag volgens ons bij intrafamiliaal geweld: moet de overheid niet eerder uitgaan van het recht van kinderen op veiligheid en zorg, dan van de rechten van de ouders op ‘hun kind’?”

We stellen vast dat er een filosofie heerst in de hulpverlening waarin de ouders zo lang mogelijk hun rechten behouden. Een fundamentele vraag voor ons in dergelijke gevallen van intrafamiliaal geweld: moet de overheid niet eerder uitgaan van het recht van kinderen op veiligheid en zorg, dan van de rechten van de ouders op ‘hun kind’? Artikel 6 van het Verdrag van de Rechten van het Kind (VN, 1989) stelt dat de staat de plicht heeft het inherent recht op leven, het overleven en de ontwikkeling van het kind te garanderen. Daarom zouden we toch mogen verwachten dat overheidsdiensten bij signalen van geweld sneller overgaan tot onderzoek en handelen in plaats van in een gespreksfase te blijven hangen. In bepaalde gevallen heeft het kind ‘geluk’ wanneer een zorgverstrekker dan toch gebruik maakt van zijn spreekrecht. Dit is te veel toeval.

Jonge kinderen die het slachtoffer werden van kindermishandeling, verwaarlozing en ondervoeding hebben fysieke en psychische letsels voor het leven. Het is onze plicht als samenleving om hun veiligheid te garanderen en hun recht op ontwikkeling te waarborgen wanneer hun ouders in gebreke blijven. Het evenwicht tussen de rechten van het kind en deze van de ouders moet bewaakt worden. Maar voor de rechten van de meest kwetsbaren in onze samenleving moeten we een duidelijk grotere inspanning leveren.